Het Oost-Vlaamse transportbedrijf Xwift probeert op verschillende manieren meer chauffeurs aan te werven en te behouden om zijn groei te bestendigen. Verleden jaar lanceerde het een bonussysteem met punten waarmee kwalitatieve chauffeurs na verloop van tijd een kans maken op een bedrijfswagen. Twee maanden geleden werd een ander systeem geïntroduceerd, nu om nieuwe chauffeurs aan te moedigen in het bedrijf te blijven.

Xwift, een nichespeler in de sector van snel en dedicated vervoer, beschikt momenteel over zo’n 150 chauffeurs (op een totaal personeel van 185 medewerkers). Dat is amper meer chauffeurs dan een jaar eerder. Het afgelopen jaar wierf het bedrijf maar liefst 111 chauffeurs aan, maar zag er evenveel vertrekken na gemiddeld zes maanden in het bedrijf. “De helft vertrok uit eigen beweging en de andere helft beantwoordde niet aan de kwaliteitsstandaarden van het bedrijf”, legt CEO Pieter Denys uit.

Dat chauffeurstekort vertaalde zich in een vertraging van de omzetgroei . Oorspronkelijk wou Denys dit jaar de kaap van de 20 miljoen euro ronden – tegenover 16,2 miljoen in 2018 – maar omdat hij veel nieuwe klanten moest weigeren omwille van het chauffeurstekort, zal uiteindelijk 18,2 miljoen geboekt worden.

Om nieuwe goede chauffeurs aan te trekken en te stimuleren om te blijven, werd onlangs een ‘tekenpremie’ ingevoerd. Die bedraagt 1.500 tot 5.000 euro (afhankelijk van het rijbewijs en het type werk)  en wordt in delen uitbetaald over een periode van negen à achttien maanden. Om de chauffeurs die vandaag al werkzaam zijn niet te benadelen, krijgen ze een premie tot 2.500 euro als ze een nieuwe collega aanbrengen.

Hiermee wil Xwift de retentie verhogen, net als het punten- en bonussysteem met de bedrijfswagen. Dit jaar behaalden 17 chauffeurs de bonus door een combinatie van voldoende werkuren, ongevallenvrij rijden, brandstofverbruik en ecodrive. Elf kozen voor een bedrijfswagen, de rest voor een elektrische fiets en/of cash. Volgens Denys zijn de resultaten al te merken, niet alleen op gebied van retentie maar ook op gebied van kosten: het brandstofverbruik daalde met 7% en het aantal ongevallen met 27%. “Het premiesysteem betaalt zichzelf terug” stelt Pieter Denys vast.