Exoskeletons of robotpakken die het menselijk lichaam meer kracht en uithoudingsvermogen geven, lossen in de logistiek de verwachtingen nog niet in. Dat blijkt uit praktijktesten die VIL uitvoerde bij Colruyt, Danone, Mainfreight en Gates Distribution Center.
Het project ‘Exoskeletons for logistics’, dat VIL realiseerde met veertien bedrijven om de mogelijke toepassingen van deze robotpakken in de logistieke sector af te toetsen, wijst erop dat de technologie nog onvoldoende matuur is om in te zetten in warehouses. “Maar door de constante ontwikkelingen is er wel potentieel”, zegt projectleider Luc Pleysier.
Vandaag worden exoskeletons succesvol ingezet in de gezondheidssector en zijn er al toepassingen in de industrie. Daar zijn de resultaten bij statische en repetitieve belastende taken in eenzelfde houding, zoals montage langs de assemblagelijn in de auto-industrie, positief. Voor zeer belastende dynamische taken in logistieke operaties, zoals orderpicking, verpakken, stapelen, laden en lossen, zijn robotpakken nog iets te vroeg. Hoewel ze een nuttig hulpmiddel kunnen zijn (ze geven een betere houding en minder belasting op de rug en schouder), worden ze vaak als oncomfortabel beschouwd door de wrijving, de stoten en de beperkte bewegingsvrijheid, zo blijkt uit de tests.
De resultaten waren dus niet eenduidig. “Dankzij het project van VIL zien we zeker potentieel in exoskeletons. Wij zullen dan ook de evoluties van de technologie op de voet blijven volgen” , zegt Tonny Stoffels van Mainfreight.
Volgens Pleysier is de technologie inderdaad nog volop in evolutie. “Door samenwerking tussen de technologieontwikkelaars en de logistieke sector zullen meer gerichte toepassingen in de toekomst realiseerbaar zijn”, stelt hij.
De deelnemers aan het VIL-project waren Atlas Copco, Bpost, Colruyt Group, Conway, Danone, Delhaize, Gates Distribution Center, H.Essers, Honda Motor Europe Logistics, Katoen Natie, Limburg.Net, Mainfreight Logistics Services.
