Vakbonden en werkgeversorganisaties uit het wegtransport zijn er niet in geslaagd om een akkoord te bereiken over de loonmarges voor vrachtwagenchauffeurs in 2019 en 2020. De dag voordien werd er wel een deal gesloten rond de lonen van de bedienden.

Het interprofessioneel akkoord voorziet een stijging van de lonen met maximaal 1,1%, maar volgens de vakbonden waren de werkgevers niet bereid om deze loonsverhoging toe te kennen. Volgens BTB-ABVV was er zelfs sprake van een vermindering van het loon. Het sociaal overleg is echter niet afgesprongen, want zowel het ABVV als het ACV zijn bereid om opnieuw rond de tafel te zitten. Van werkgeverskant is het wachten op een gemeenschappelijke communicatie, maar UPTR is niet te spreken over de manier waarop een akkoord tot stand kwam in het PC 226 (bedienden). UPTR is van oordeel dat er nauwelijks rekening werd gehouden met de belangen van de ondernemingen in transport en logistiek. Deze onderhandelingen werden onder meer gevoerd door vijf vertegenwoordigers van de Werkgeversfederatie. Binnen deze federatie zijn Febetra en TLV vertegenwoordigd (TLV nam overigens deel aan de onderhandelingen van 19 juni), maar UPTR niet.

Naar de samenstelling van een gemeenschappelijk paritair comité?

In dit kader wijst Michael Reul (UPTR) op de samenstelling van de Werkgeversfederatie. 72% van de bedienden uit het PC 226 zijn tewerkgesteld in de transportsector, terwijl de sector slechts over twee vertegenwoordigers beschikt op twaalf. Hij pleit voor de oprichting van een bijzonder paritair comité om beter te kunnen inspelen op de belangen van alle transporteurs en logistieke dienstverleners uit zowel het noorden als het zuiden van ons land. Dit thema zal ongetwijfeld worden aangekaart bij de toekomstige Minister van Werkgelegenheid.