Eind verleden week is een Poolse chauffeur overleden aan CO-vergiftiging in zijn cabine. Dit gebeurde op het terrein van transportfirma Krismar in Wingene, waar twee andere Poolse chauffeurs in april 2012 om het leven kwamen bij een nachtelijke brand. Deze keer bleef een gasbrander de volledige nacht in de cabine branden, nadat de chauffeur zijn maaltijd had opgewarmd. “Vier dodelijke slachtoffers vielen er op zes jaar tijd bij Krismar”, zegt een woedende Frank Moreels van vakbond BTB-ABVV. “het zijn allemaal Poolse werknemers die werken in België, maar niet betaald worden zoals Belgen. Het zijn gewoon slachtoffers van structureel georganiseerde sociale dumping. De zaakvoerder van Krismar vindt Belgische chauffeurs te duur en vergelijkt het inzetten van Belgische chauffeurs met het verkopen van ijsblokjes op de Noordpool. Hij bagatelliseert daarmee het probleem van de sociale dumping.” Voor de twee slachtoffers van 2012 wordt Krismar al gerechtelijk vervolgd. “Voor Krismar was dit blijkbaar geen reden om te stoppen met de ‘Poolse constructie’. Een dispatching organiseren in Polen is immers niet voldoende om legaal te werken. Er moet ook transportactiviteit zijn in Polen. Krismar is manifest in overtreding met de Belgische en Europese regelgeving. Wordt het echter geen tijd dat transportvergunning ingetrokken wordt van dergemijke transportondernemingen ?”, gaat Moreels verder. Dat vraagt ook Simon Bekaert, provincieraadslid en schepen in Tielt.
