Sinds gisteren waait er een heuse storm doorheen de Belgische transportsector en de gevolgen daarvan zullen zich nog wel even laten voelen, zeker wat de media betreft. Maar na de controles en verdenkingen moeten er bewijzen en eventuele veroordelingen komen.
Huiszoekingen bij drie transporteurs (en nog niet van de minste), drie personen in voorlopige hechtenis: nooit eerder werd in de sector zo’n spectaculaire politieoperatie gehouden. Die gezamenlijke actie van verschillende Europese politiekorpsen houdt verband met de verdenkingen die al jaren op een Frans staatsburger rusten die Belgische en Franse bedrijven zou hebben geholpen om brievenbusfirma’s in Slovakije en Portugal op te zetten. Dergelijke illegale constructies vormen een onaanvaardbare inbreuk op de gezonde concurrentie die het zo al moeilijk genoeg heeft om in het huidige Europa van het wegtransport overeind te blijven. En er bestaat een wettelijke grondslag (hoewel die soms al te vaag is) om te bepalen of een bedrijf een brievenbusfirma of een ‘bona fide’ transportbedrijf is. Het antwoord ligt zowel bij de hoofdzetel als bij het filiaal.
Wanneer een van de van fraude verdachte personen aangeeft dat zijn Slovaakse filiaal nog niet werd bezocht en hier wel degelijk om vraagt, dan toont dit aan dat hij te goeder trouw is. In de huidige fase van het onderzoek is het dus te vroeg om al enige conclusie te kunnen trekken. De dag waarop het vonnis wordt uitgesproken, zal dit onverbiddelijk en definitief zijn, ongeacht de uitkomst. Maar in afwachting daarvan worden we overstelpt met reacties die gaan van ‘geen rook zonder vuur’ tot de volledige en overtuigde verdediging van de betrokken bedrijven. Sommigen hebben het zelfs ronduit over ‘criminele constructie’ in plaats van ‘buitenlands filiaal’, wat uiteraard niet gerechtvaardigd is. Alleen de feiten zullen de komende dagen en weken licht op de zaak kunnen werpen.
