Deze zondag viert DAF Trucks 90ste verjaardag

Het was dus geen 1 april grap… Precies negentig jaar geleden begon Hub van Doorne een kleine constructiewerkplaats in Eindhoven. Vandaag worden DAF-producten verkocht op vijf continenten. Hub van Doorne opende zijn kleine werkplaats in de hoek van de lokale bierbrouwerij Coolen in Eindhoven. De eerste opdrachten bestonden uit las- en smeedwerk voor de stad Eindhoven en voor lokale bedrijven zoals lampen- en radiofabrikant Philips. In 1932 breidden Hub en zijn broer Wim hun dienstenpakket uit naar een aanhangwagenfabriek, wat op zijn beurt leidde tot de wijziging van de bedrijfsnaam naar Van Doorne’s Aanhangwagen Fabriek, afgekort DAF. DAF maakte toen aanhangers en trailers met een gelast chassis. De lastechniek die werd toepast was in die tijd een innovatie die zorgde voor een hoger lastvermogen. Een andere unieke uitvinding was de DAF-containertrailer van 1936 die werd ontwikkeld voor het snel laden en lossen van spoorwegcontainers. Dit was de eerste containertrailer ter wereld. Van trailers naar trucks In 1949 werd de eerste DAF truck in productie genomen en veranderde de bedrijfsnaam in Van Doorne’s Automobiel Fabriek. Een jaar later werd een speciale truckfabriek gebouwd en werd begonnen met de productie van truckchassis van drie, vijf en zes ton. De eerste DAF-trucks verlieten de fabriek als niet meer dan alleen een chassis met vóór de motor de kenmerkende grille met zeven verchroomde balken én een tijdelijke houten stoel. Die chassis werden naar opbouwers gereden voor de montage van een op bestelling gemaakte, lokaal gefabriceerde cabine.  In 1951 introduceerde DAF haar eigen cabine, met ronde hoeken en een schuin geplaatste grille voor betere aerodynamica. Het chauffeurscomfort werd verhoogd door de introductie van een geveerde stoel. In de beginperiode gebruikte DAF benzine- en dieselmotoren van Hercules en Perkins. In 1955 werd de 1100/1300-serie en 1500-serie gelanceerd, en twee jaar later begon DAF haar eigen 11.1 liter motoren te produceren onder licentie van Leyland. De nieuwe 2000-serie werd ook gelanceerd met een 10-ton achteras. Twee jaar later kregen de 1100-, 1300- en 1500-modellen een facelift, en werden de DD575-dieselmotoren verbeterd door er een turbocompressor aan toe te voegen. In 1962 volgde de lancering van de befaamde 2600-serie, die ook met slaapcabine kon worden uitgevoerd. De rem- en stuurbekrachtiging maakten de taak van de chauffeur eenvoudiger, en de 2600 werd de ‘moeder van het internationale wegtransport’ genoemd. Zes jaar later introduceerde DAF een kantelmechanisme voor de cabine. En vandaag blijven Space Cab- en Super Space Cabs bijzonder geliefd bij chauffeurs. DAF introduceerde in 1973 als eerste de turbo intercooler en in de jaren 80 volgde DAF ATi (Advanced Turbo Intercooling), een technologie die zorgde voor nóg meer vermogen en een nóg hogere efficiëntie door een verdere verfijning van de inspuittechnologie en een geoptimaliseerde vorm van de verbrandingskamer.

International ‘Paystar’ met DAF DKA 1160 lmotor wordt DAF N2500

In 1972 nam International Harvester een aandeel van 33 % in DAF, maar een paar jaar later besloot de familie Van Doorne om uit de combinatie te stappen omdat investeringen uitbleven. Intussen overleden Wim (1978) en Hub van Doorne (1979). DAF nam Leyland over in 1987 en lanceerde de 95-serie in 1988. Met de 95 haalde DAF voor de eerste keer de Truck of the Year Award binnen, maar drie jaar later zakte de Europese truckmarkt in elkaar. In 1993 moest DAF haar faillissement aanvragen. DAF maakte een snelle doorstart en werd in 1996 overgenomen door de Amerikaanse groep Paccar.   Sindsdien heeft DAF Trucks vier keer Truck of the Year-awards gewonnen : 1998 (95XF), 2002 (LF), 2007 (XF105) en 2018 (CF en XF).  

lees ook

Aankomende Events

ONTVANGT U ONZE WEKELIJKSE NIEUWSBRIEF NOG NIET? MELD JE DAN NU AAN!

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
transport media logo